Valkennest of wespennest?

foto Robert Janzen

“Wij als spelers zullen het nu moeten laten zien. Dat realiseren we ons heel goed. De lucht is in ieder geval opgeklaard na de breuk”, refereert Ruud van den Dungen aan het opstappen van Paul van der Palen en zijn assistenten. “Minimaal twee, maar vermoedelijk drie overwinningen in de nog resterende vier wedstrijden zullen nodig zijn.”

Hoe heeft het allemaal zo kunnen komen, is de voor de hand liggende vraag. “Als ik voor mezelf spreek, kan ik niet anders zeggen dan dat ik op een gegeven moment niet meer met plezier naar de training kwam. We stonden zelfs een keer met zijn zessen op het trainingsveld. Blessures? Jawel, maar met kleine fysieke ongemakken zou je best kunnen trainen. Mits je dat ook echt wil. Ik denk dat het de taak van de trainer is om spelers te motiveren.”

“Eigenlijk is het gezeur vanaf dag 1 begonnen. Toen heersten al wrijvingen en dat is blijven doorsudderen. Als ik het gevoel vanuit de groep moet vertalen, kwam het erop neer dat Paul met de vinger naar ons wees als we verloren en de eer naar zichzelf toetrok bij winst. Op een gegeven moment kwam dat bij sommige spelers de oren uit. Die tweede periode? Dat we die wonnen was een wonder, in meerdere opzichten. Puur geluk, bijvoorbeeld wat betreft het aantal verliespunten: acht! En als je succes hebt, worden zaken makkelijker toegedekt. Maar na de reeks nadien met vijf nederlagen op rij barstte de bom uiteindelijk toch. Paul kwam vervolgens zelf met die stemming en op basis daarvan trok hij zijn conclusies. Spijtig, maar er moest gewoon iets gebeuren, zo kon het niet langer”, aldus Van den Dungen.

Neuzen

Met een nog steeds gehavende groep – aanvoerder Schaeken speelt niet meer dit seizoen vanwege een gebroken middenvoetsbeentje, Deege en Van Meurs zitten nog in de lappenmand en inmiddels ook Egmond, terwijl De Haan nog een duel moet brommen – tracht De Valk onder leiding van Huub Vermeulen het schip vlot te trekken. “Ik ken Huub al langer, een prima man. Het klinkt afgezaagd, maar de neuzen staan echt weer dezelfde kant op. Bij EHC vertoonden we zaterdag na rust progressie. Dat is alvast een stevig handvat. Het gaat lastig worden, maar niet onmogelijk. Thuis moeten we sowieso twee keer winnen. En het is geen nadeel dat we Blauw Geel en Nuenen nog uit krijgen. Tegen voetballende teams zijn wij op ons best. Misschien niet met het mooiste voetbal, maar dat is eigenlijk al het hele seizoen het geval. Degradatie? Ik heb mijn woord al gegeven voor volgend seizoen, maar in dat geval wil ik gaan praten met De Valk. Zou ook hartstikke zonde zijn, want met wat er straks bijkomt, heeft De Valk de mogelijkheden om echt door te groeien naar een stabiel hoofdklasserschap.”

De tegenpartij is een andere mening toegedaan. “Betreurenswaardig dat er zo gereageerd wordt, maar anderzijds ook niet verrassend”, zegt Van der Palen. “Er is sprake van een groepje binnen de spelersgroep van De Valk. Daar zit de bron van de ellende. Dat noemen ze tweespalt, een gespleten selectie. Toen die bewuste stemming eenmaal plaats moest vinden, schaarde een merendeel zich achter de trainersstaf. Maar dat groepje – de Verest-boys, de zaalvoetballers – heeft blijkbaar veel macht en dus was het voor ons als trainers niet meer recht te breien. Verdere details houd ik voor mezelf, want de complete vuile was hoeft niet buiten. Maar wat zo’n groepje in een teamgesprek durft te roepen richting medespelers, richting mij en richting assistent Carlo Vorstenbosch is schandalig. We stonden met onze oren te klapperen. Uiteindelijk was het daardoor zij of wij.”

Kartbaan

“Ik kom uit Valkenswaard, ben een De Valk-man. Het belang van de club dient in mijn ogen altijd voorop te staan. Ik hoop ook oprecht dat ze in de Hoofdklasse blijven. En die kritiek, tja. Als ik je vertel dat wij na het behalen van de periodetitel met de totale selectie op mijn kosten naar de kartbaan zijn geweest met alles erop en eraan, omdat het een teamprestatie was die gevierd moest worden. Hoezo probeer ik alle eer naar mezelf te trekken? Winnen en verliezen doe je samen, dat breng ik als trainer al tig jaar in de praktijk. Als er ineens veel blessures zijn en de selectie is smal, wat moet je dan? In ieder geval om te beginnen niet je medespelers, vaak jonge jongens, keihard afvallen, dat noem ik geen teamdenken. Het bestuur had moeten ingrijpen, ja. Per slot van rekening was ik de gebeten hond, omdat ik er wel iets van zeg en uiteindelijk naar handel. Niettemin, iedereen mag vooral zeggen wat hij wil. Maar mijn versie is de waarheid.”

Be Sociable, Share!