UDI’19 wordt beter

Sam WassenbergUDIIndien de laatst gespeelde wedstrijd als referentiekader gebruikt mag worden, zit het met UDI’19 wel snor. En in het verlengde daarvan met Sam Wassenberg ook. Het vertrouwen dat de spits voelt van de technische staf in Uden, in combinatie met de soort van vrijbuitersrol in de punt, begint zich steeds meer uit te betalen. “Overall is het tot dusver wisselvallig geweest, maar mijn gevoel zegt dat we de stijgende lijn nu te pakken hebben.”

Want het duel met Schijndel leverde dan weliswaar maar een puntje op, wie verder kijkt dan de uitslag (2-2) zag een fris UDI met perspectiefrijk veldspel. In de regel de basis voor continuïteit in de prestatiecurve met het pijltje naar boven. “Dit was onze beste wedstrijd tot nu toe. Jammer dat we hem niet wonnen, maar je ziet en merkt dat we beter worden. Ik heb de indruk dat sommigen daaraan nogal eens voorbijlopen, maar we hebben flink wat nieuwe jongens moeten inpassen. Dat vergt tijd en afstemming, zo simpel is het. Twaalf goals tegen in 6 wedstrijden is veel, ja. Dat mag niet, maar is wel een gevolg van.”

Door een aanpassing in het systeem met iets meer controle op het middenveld denkt Wassenberg dat UDI de juiste formule inmiddels gevonden heeft. “En voor mij is die verkapte 4-5-1 ideaal. Ik mag in de punt blijven, hoef niet telkens achter mijn mannetje aan. Dat spaart energie. Kracht die ik moet gebruiken om mezelf verdienstelijk te maken in en rondom de zestien. In de zone waar ik op mijn best ben. Omdat ik lekker in mijn vel zit door het in mij gestelde vertrouwen, maak ik die extra metertjes voor de ploeg toch wel.”

Reeks

De vijf treffers in de laatste vier duels bevestigen dat. “Een aardig gemiddelde. En nu vasthouden”, grijnst de goaltjesdief in de aanloop naar het treffen bij OJC Rosmalen. Een wedstrijd van voorlopig aan- of afhaken, zo leert de ranglijst. Zeker voor de thuisclub, die na vier duels brommen overigens weer de beschikking heeft over targetman Wesley Meeuwsen. “Een lastige klus, daarvan zijn wij echt wel doordrongen. Waarin wij bij winst hele goeie zaken kunnen doen met daarna een aantal wedstrijden die op papier een mooie reeks kan opleveren. Zeg ik met de nodige voorzichtigheid, want zo heel groot zijn de krachtsverschillen niet in deze afdeling.”

Hoe dan ook, in de stelling dat UDI het gezien het potentieel aan haar stand verplicht is om in de top drie te eindigen, kan Wassenberg zich wel vinden. “Een totale offday zoals bij Groene Ster (5-1 verlies) mag dan niet meer, nee. En dat Deurne haar enige overwinning tot op heden uitgerekend tegen ons pakte, is zuur en duur. Maar daar hebben we van geleerd. Zo voelt het in ieder geval wel. Belangrijk is ook dat het besef binnen de groep steeds meer begint door te dringen, dat waar wij mee bezig zijn geen vrijblijvend iets is. De ervaren jongens en de staf zijn heel bewust bezig met die mate van professionalisering. Als je mee bovenin wilt spelen, moet je er elke keer weer staan. En als het dan een keer niet loopt, dat kan altijd. Zaak is dan om als team niet meer door de ondergrens te zakken. Dan maar minimaal een punt. Precies, zoals bij Groene Ster niet gebeurde.”

Be Sociable, Share!