Stage

foto Frank van Engelen

Als voetbaldier weet Nabil Bouchlal dat hij het spelletje straks op zeker gaat missen. Toch is de beslissing om op 37-jarige leeftijd een punt achter zijn actieve voetbalperiode te zetten in zijn ogen de juiste. Nooit was bij hem de gedachte opgekomen om zich nadien in het trainerswereldje te storten. Niettemin zit Bouchlal vanaf de zomer naast hoofdcoach Johan van Bijsterveld als assistent op de bank van Achilles Veen.

“Trainer? Nou, dat is een groot woord, hoor. De leiding wilde mij graag voor de club behouden en dit is eruit gerold. Ik denk dat ik de kwaliteiten heb om iets over te brengen. Van Bijsterveld is een man die als ik als trainer bovendien heel hoog heb zitten. Een prima tactisch inzicht en met het vermogen om snel een wedstrijd te ontleden. Dus een uitstekende  leermeester. Hoe dan ook, nu krijg ik de mogelijkheid om van dichtbij – en meteen op een heel behoorlijk niveau – mee te maken hoe het werkt. Ik zie het als een soort van stage.”

De voormalig prof van Willem II en Helmond Sport weet dat de kriebels straks zullen komen. “Zelf spelen is en blijft het mooiste wat er is. Maar je moet weten wanneer je moet stoppen. Al is het juiste moment bepalen altijd lastig. Voor aanvang van dit seizoen heb ik mijn besluit kenbaar gemaakt. In het verleden speelde ik eigenlijk altijd, de laatste twee jaar is dat geen uitgemaakte zaak meer. Hoewel ik het niveau van de zaterdaghoofdklasse nog steeds aan kan, me een volwaardig lid van de selectie acht en zodoende niet te lang ben doorgegaan. In mijn hoofd werk ik dit seizoen naar het einde toe. En ik moet bekennen, dat proces veroorzaakt geen nare gevoelens of gedachten. Het is goed zo.”

Bekeruitschakeling

Het moet volgens Bouchlal een afscheid met klassenbehoud als toetje worden. “Dat gaat ook lukken. Met de middelen die wij hebben, doen we het prima zo in de middenmoot. Meer wordt niet gevraagd, meer mag ook niet gevraagd worden. Een club als Achilles Veen moet zich richten op een stabiele positie als hoofdklasser”, weet Bouchlal, die een ander (eventueel) glorend afscheidscadeautje op zijn buik kan schrijven na de bekeruitschakeling door UNA/Brinvast. “Een domper. We waren al best ver in de beker. Voor mij persoonlijk een zeer vervelende avond zelfs”, refereert hij aan zijn terugspeelbal die na de onderschepping door Wiekema aan de basis lag van de uiteindelijk beslissende 0-1. “Ik vond ons niet minder dan UNA, daarom was het zo jammer dat ik in de fout ging. De rode kaart die ik na rust kreeg, stond daar los van. Ik was te laat, de scheids kon er rood voor geven. Het wrange was dat ik eigenlijk goed in de wedstrijd zat.”

Be Sociable, Share!