Roedelleider
Met zijn maatje Rob Wielaert en Joris Mathijsen sprak hij informeel – en een beetje met een knipoog – al over het oprichten van een vriendenteam na de beëindiging van hun carrière op niveau. Uiteraard toekomstmuziek, want zoals Wielaert bij Roda JC en Mathijsen bij Malaga (en Oranje) nog volop met de prestatiesport bezig zijn, geldt dat een aantal trapjes lager bij DESK ook voor Frank Jongbloets. Wiens enkel weer functioneert, nu de conditie en het ritme nog.
In feite geldt dat voor DESK in algemene zin. Dat werd dinsdag duidelijk in een oefenduel met Jong Willem II, waarin de Kaatsheuvelaren met 0-4 klop kregen. “Vooral het verschil tussen één en vijf weken training. Een uur lang vond ik DESK in tactisch opzicht heel aardig pressievoetbal spelen. Daarna was de pijp leeg”, aldus Jongbloets, die startte als linker centrale verdediger. “Het is bekend dat wij aanvulling zoeken voor die plek. Wat extra ervaring zou ook goed zijn voor deze jonge groep. Maar ik kan daar in principe ook spelen, geen probleem.”
Poulefase beker overleven
Vanuit die positie kan Jongbloets (32) zich ook beter manifesteren als leider van de roedel jonge honden. “Wij hopen dat de jonkies die zich aangediend hebben ook daadwerkelijk het vereiste standaardniveau kunnen bereiken en vasthouden. Die gasten begeleiden en coachen zie ik als een van mijn hoofdtaken dit seizoen. Bouwen aan de status van stabiele hoofdklasser en wellicht meedoen om een periodetitel. En vanuit het bestuur is dringend verzocht nu eindelijk eens de eerste poulefase van de beker door te komen. Dat is al vier jaar lang niet gelukt. DESK moet constanter worden in de prestaties. Dus geen extreme pieken en dalen meer zoals vorig seizoen.”
Dat hij na de winterstop door die enkelblessure vanaf de zijlijn beleefde. Die periode van inactiviteit leidde tot vraagtekens vanuit de Kaatsheuvelse leiding. Willen wij doorgaan met Jongbloets? “Daar hebben we intern uitvoerig over gesproken. Ik kon er natuurlijk niets aan doen dat mijn enkel in drieën werd geschopt. Uiteindelijk heb ik wat ingeleverd en is afgesproken dat ik er zelf een punt achter zet als ik geen meerwaarde meer vertegenwoordig. Zoveel zelfkritiek heb ik wel. Ik heb niet voor niets heel de zomer voor mezelf doorgetraind. Aan meehobbelen heb ik na acht jaar hoofdklasse geen behoefte. Dan ga ik net zo lief golfen of een potje tennissen.” Of in een later stadium wellicht dat balletje trappen…