‘Hoogtepunt? Plezier!’
In 15 jaar Gemert 1 is hij naar eigen zeggen hooguit een keer of vijf, zes geschorst geweest. Als verdediger. “Ik mag wel van mezelf zeggen dat ik een vrij sportieve speler was. Die altijd met volle inzet gespeeld heeft.” Jorg Hazenveld spreekt bewust in de verleden tijd, want de 34-jarige Gemertenaar stopt ermee. Speciaal voor hem is zaterdag (17.00) een afscheidswedstrijd georganiseerd.
Een gezelligheidspotje met de mannen die ooit met hem de A-junioren vormden tegen het kampioensteam uit het seizoen ’09-’10. “Aangevuld met een paar spelers met wie ik in al die jaren een speciale band opbouwde.” In principe wordt het de laatste keer dat Hazenveld op het veld actief is. “In een lager team voetballen zie ik niet zitten. Om 10 uur ’s ochtends, nee, dank je. Als ik ooit wat in die richting ga doen, moet je meer denken aan het trainen van een jeugdteam. Ik ga straks in de zaal een balletje trappen en daarnaast wat lopen en fietsen. Mijn lichaam is al die tijd een bepaalde inspanning gewend geweest, vandaar.” Hazenveld verwacht niet dat hij de prestatiesport heel erg gaat missen. “Het is mooi geweest zo. Ik heb echt voldoende om handen. En het is ook weleens lekker als ik meer tijd met mijn gezin kan doorbrengen en niet meer alles hoef af te stemmen op het voetbal. Zeker zal ik af en toe een wedstrijdje van het eerste meepikken, maar gedoceerd.”
Plezier in het spelletje is altijd zijn drijfveer geweest. Hazenveld noemt dat ook als het hoogtepunt. “Dat ene seizoen (‘98-’99) was natuurlijk top, met een kampioenschap in de hoofdklasse, dubbele bekerwinst en de Supercup. Volgens mij heb ik met Gemert alle prijzen gewonnen die mogelijk waren, behalve het algeheel landskampioenschap. Niet slecht inderdaad voor een club als Gemert. De hele sfeer in en rondom de club en ook bij alle selecties waarvan ik deel uit maakte, is echt heel goed en daarom bijzonder geweest. Dat is in mijn optiek ook de basis voor die succesvolle jaren geweest. Zonder plezier was ik allang eerder gestopt. Dat ik dat nu wel doe, heeft daar dus niets mee te maken. Ook niet met de degradatie uit de Topklasse. Voor aanvang had ik al aangegeven dat ik deze keer definitief aan mijn laatste jaar zou beginnen.”