Geloof
Hij zit toch al een tijdje in het vak. Maar nee, er staat nog geen degradatie op het cv van Maarten van Vugt. De kans dat dit een keer gaat gebeuren, neemt zodoende statistisch gezien toe. “Het zal wel, maar daar ben ik niet mee bezig. Als ik het gevoel had dat het bij ons als dat verhaal met die nachtkaars was, zou ik echt wel mijn conclusies trekken. Maar dat is absoluut niet het geval”, verzekert de coach van Blauw Geel’38 na de 2-1 nederlaag bij rivaal UDI’19. “Wij hadden op zijn minst een punt verdiend. Ik denk dat daar geen misverstand over kan bestaan.”
Van Vugt lepelt het aantal reële doelkansen op die allen om zeep werden geholpen. “Alleen al in de eerst helft telde ik vier één-op-één situaties met de keeper. Na afloop heb ik de spelers ook verteld dat we ons pas echt zorgen moeten maken, als we niks meer creëren. Het kwartje moet nu eens ’n keer onze kant op vallen. Collega Chris van den Dungen zei me dat hij het dit seizoen nog niet had meegemaakt dat een tegenstander UDI zo onder druk had gezet, zoals in de eerste helft. Aan complimenten heb je uiteindelijk niet zoveel als het geen tastbaar resultaat oplevert, dat weet ik. Punten pakken, daar draait het om, hoe je ook wendt of keert.”
“We hebben nu nog vier wedstrijden om dat te gaan doen. Venray, Papendrecht, UNA en OJC Rosmalen. Ach, wat is makkelijk en wat niet? Ik vertel niets nieuws als ik zeg dat alles zo dicht bij elkaar zit. Thuis wonnen we met 2-0 van UDI en toen gaven we heel weinig weg. Zakelijk was het toen. En scoren op de juiste momenten. Als je alle wedstrijden in ogenschouw neemt, zijn dat twee facetten die de laatste tijden minder tot uiting komen. Gelukkig hebben we bijna iedereen weer aan boord. Het klinkt misschien simpel, maar we moeten gewoon keihard blijven werken. Ik geloof er heilig in dat je dan uiteindelijk krijgt wat je toe komt.”