Eerste klasse spookbeeld

Rens Wildschut Brabantia“We staan er nu niet best voor, maar toch denk ik dat er wat te halen valt voor Brabantia in deze Hoofdklasse. Voorwaarde is dan wel dat we de meeste wedstrijden in de sterkste formatie kunnen spelen”, vindt Rens Wildschut, van wie het vanwege een hamstringblessure onzeker is of hij zondag tegen GOES zelf wel aan de aftrap verschijnt. “Die smalle selectie is onze valkuil.”

Hoewel de Eindhovenaren over kunstgras beschikken, kan de voorspelde inval van Koning Winter op de eerste plaats voor Wildschut zelf weleens op het juiste moment komen. De zoon van ex-international Piet Wildschut zegt er immers alles aan te willen doen om zijn club in de Hoofdklasse te houden. En hoe kan dat beter als hij dan tenminste zelf binnen de lijnen staat? “Voor de club is het geen ramp als we onverhoopt degraderen, maar voor mij persoonlijk wel. Niets ten nadele van die eerste klasse, want daarin spelen best leuke elftallen. Maar vooral die hele entourage eromheen heb ik eigenlijk wel gezien”, refereert hij aan afgelopen seizoen, toen Brabantia in extremis de titel voor de neus van Nemelaer wegkaapte.

Van dat team is weinig meer over. “Maar wat er nu staat, kan zeker mee. Mits iedereen fit is. In dat geval valt er absoluut wat te halen voor Brabantia, daar ben ik van overtuigd. Als we niet compleet zijn, zakken we ver terug. Er loopt absoluut jong talent bij Brabantia, maar de stap blijkt toch best groot. Zeker als het er een paar tegelijk zijn waar de trainer een beroep op moet doen. Is geen verwijt, slechts een vaststelling.”

Makkie

Indien voltallig is Brabantia verre van een makkie voor de concurrentie, verzekert Wildschut. “Ik herinner me de wedstrijd bij Venray. Bij rust stonden wij voor, die mannen wisten niet waar ze het hadden. Daarna stuurden zij een paar gasten van twee meter naar voren en toen knakten wij”, haalt een ander minpunt van Brabantia aan. Of in ieder geval van hemzelf. “Van origine ben ik middenvelder, maar sta nu achterin. Niet vanwege mijn fysieke kracht, ha, ha. Ik weet nog dat toenmalig trainer Marc Brys van Eindhoven tegen me zei dat hij niet twijfelde aan mijn voetballende capaciteiten, maar wel vraagtekens had over het conditionele en fysieke aspect. Daar heb ik toen hard aan gewerkt en ik moet zeggen dat ik me daarna steeds sterker begon te voelen in de bikkelafdeling, die de Jupiler League toch vooral is.”

Per saldo maakte Wildschut (27) op dat podium echter onvoldoende indruk. Een gegeven waar hij overigens allang vrede mee heeft. Tussendoor rondde hij zijn studie af, vond een baan en voetbal is sindsdien niet meer dan een hobby. “Die ik niet zou kunnen missen. Lekker op dat veld staan, die typische kleedkamersfeer.” Maar dan bij voorkeur wel op minimaal hoofdklassenniveau…

Be Sociable, Share!