‘Beter dan bij OJC ga je ’t niet snel krijgen’
In 2014 gaat Dennis Dekkers zijn tiende jaar in als coach bij OJC Rosmalen. Geheel in stijl en overeenkomstig de lijn die de club over de gehele breedte alweer een flinke poos geleden heeft ingezet. Gestart immers als trainer van de A-junioren en geleidelijk opgeklommen naar de hoofdmacht, nu alweer voor het derde seizoen als eindverantwoordelijke. “Ik zie meer dan voldoende perspectief en de leiding andersom gelukkig ook.”
De rek is er nog lang niet uit, daar in Rosmalen, heet dat dan in jargons. In het hernieuwde beleidsplan voor de komende vijf jaar staat voor OJC 1 een structurele plaats in de top 5 van de Hoofdklasse beschreven. Met maximaal vier spelers van buitenaf. Een beetje vergelijkbaar met UDI’19. Dit betekent dat de doorstroming van onderaf gewaarborgd zal moeten zijn en blijven. “Aan die voedingsbodem is en wordt veel aandacht aan besteed met daadwerkelijke instroom tot gevolg. En als je ziet op welk niveau het tweede elftal en de hoogste jeugdteams uitkomen, mag je daar hartstikke trots op zijn. De organisatie en de faciliteiten zijn prima. Kortom, in de wijde omtrek ga je het als coach niet snel beter krijgen dan bij OJC.”
Omdat zijn verbintenis met OJC in het verleden al drie keer tussentijds werd verlengd, is Dekkers inmiddels voor onbepaalde tijd werkzaam onder de rook van Den Bosch. “Met jaarlijks een evaluatiemoment. Ook nu waren we er beiden snel uit”, zegt Dekkers, die met 15 uit 9 over een behoorlijke start mag spreken. “Bij EHC hebben we twee punten laten liggen, maar al bij al mogen we niet ontevreden zijn. Een reële afspiegeling van hetgeen we gepresteerd hebben. Qua puntenaantal lopen we zelfs voor ten opzichte van vorig seizoen en belangrijker, in de spelontwikkeling zit een opgaande lijn. Nu wordt het zaak de fases van grofweg een uur goed voetbal verder uit te bouwen. Het rare fenomeen doet zich soms voor dat als wij op voorsprong staan er een terugval plaatsvindt. Dan leiden we ineens onnodig balverlies en worden de onderlinge afstanden te groot. Alsof wij dan ineens op twee gedachten hinken. Terwijl een voorsprong juist bevrijdend moet werken, zou je zeggen. Anderzijds is het wel frappant dat àls wij wat weggeven het vrijwel meteen kassa is. Zes van de veertien tegengoals kwamen bovendien tot stand door een schot van buiten de zestien, becijferde ik onlangs. En tegen een pegel stijf in de bovenhoek doe je niet veel, hè. Dan gaan de credits ook naar de tegenstander.”
Top
Hoe dan ook, verbeterpunten genoeg. “Ook dat is een voortdurend proces. Het kan namelijk altijd beter”, vindt Dekkers, die daarin de steun nodig heeft van met name de routiniers. En die ook krijgt. “Bart Tinus startte met een blessure, maar wordt met de week beter. Met die gestopte strafschop tegen Nuenen als laatste bewijs. Voorts vind ik dat Bas Smulders zich nadrukkelijker manifesteert dan voorheen. Hij heeft ook bewust meer fysieke inhoud gekweekt, dat helpt sowieso. Met Wesley Meeuwsen voor zich? Ook. Dat voetbalt natuurlijk prettig met een balvaste spits voor je. In deze afdeling is Wesley top. Toen hij een tijdje geleden drie competitiewedstrijden geschorst was, zag je dat onmiddellijk terug in ons spel. Het is daarnaast belangrijk dat de oudere spelers zoals ook Yvo van Engelen zich nadrukkelijk bemoeien met de jonkies. Allemaal ingrediënten die nodig zijn om nog stabieler te worden. Wat dat aangaat ondervonden wij onlangs tegen Gemert wat vastigheid doet met een ploeg. Naar dat niveau moeten wij op termijn toe.”