Achteruitkijkspiegel

foto Robert Janzen

Je staat op drie duels van het einde op een vijfde plaats met slechts ’n puntje achterstand op de nummer twee. En in de laatste periode heb je alles in eigen hand. “Voor zo’n scenario hadden we vooraf inderdaad getekend”, zegt Chris van den Dungen. De coach van UDI’19/Beter Bed loert echter ook nog steeds in de achteruitkijkspiegel. “Okay, 35 punten zou voldoende moeten zijn, maar in deze klasse weet je het maar nooit.”

Met Pasen gaf Van den Dungen zijn manschappen een paar dagen vrijaf. “Een mooie gelegenheid om de kleine blessures te laten genezen. Ik had dinsdag wel graag een oefenwedstrijdje gespeeld, maar door het drukke programma konden we geen fatsoenlijke tegenstander vinden.” Daarin had hij onder meer kunnen experimenteren met zijn achterhoede, de linie die Van den Dungen de meeste hoofdbrekens bezorgd door de langdurige afwezigheid van de beoogde backs. “Ik kan bijvoorbeeld Giovanni Henskens op linksachter zetten, maar die doet het prima in het centrum. Het wordt nog even puzzelen.”

Van den Dungen heeft geconstateerd dat zijn ploeg behoorlijk op de tenen heeft moeten lopen, maar verlangt toch dat het gaspedaal nog eens stevig wordt ingedrukt. Bovendien kampen alle teams met dat euvel. Het drieluik De Valk thuis (komende zondag), Juliana’31 uit en op de slotdag Schijndel thuis biedt immers perspectief. Om van de vervelende blik in die spiegel af te komen, maar bovenal op deelname aan de nacompetitie. “Het kan, maar dan zullen we echt top moeten zijn. Dat is toch wel het verhaal van deze competitie. Als het even wat minder is, wordt dat genadeloos afgestraft. Nivellering? Dat klinkt altijd wat negatief. Vrijwel elke ploeg speelt met aanvallende intenties en dat is in ieder geval prima voor de amusementswaarde. Ik vind het niveau over het algemeen heel behoorlijk.”

Be Sociable, Share!