Zegeningen tellen
Nog maar drie maanden geleden lag hij op de operatietafel. Sinds twee weken staat John van Nielen weer op het trainingsveld bij EVVC. Vermoedelijk in april worden de darmen in zijn buik aan elkaar vastgezet, waardoor hij verlost is van zijn stoma. “Dus het gaat helemaal de goeie kant op. Heb geen nachemo nodig gehad, ik ben weer schoon”, klinkt de voormalige kilometervreter op het middenveld van FC Den Bosch opgewekt. “2013 wordt mijn jaar.”
En daarmee doelt Van Nielen in de eerste plaats (uiteraard) niet op het sportieve element. “Je zag laatst bijvoorbeeld bij Theo Bos hoe het ook kan aflopen. Ik heb geluk gehad dat er bij mij geen uitzaaiingen waren. Nu hoop ik zo snel mogelijk weer aan de gang te kunnen. Dat wil zeggen: werken en mijn leventje oppakken.”
Aanpakken is altijd zijn motto geweest. Hoewel het relativeringsvermogen daarbij logischerwijs is toegenomen. Ook met betrekking tot het trainerschap. Toch? “Nou, je blijft natuurlijk sportman en wilt eruit halen wat erin zit. Voetbal is altijd mijn ding geweest. En gedurende mijn ziekte heb ik er veel steun en afleiding in gevonden. Maar ik weet eerlijk gezegd niet of ik voor mijn ziekte heel anders had gereageerd op de nederlaag (2-1) van zondag in de topper bij Erp dan nu. Het verlies was jammer en vooral onnodig. Van de druk van het moeten is echter geen sprake bij EVVC. We weten waarmee we bezig zijn.”
Rek
Dat Van Nielen richting de toekomende tijd praat, kan praten, is al prachtig. “Nog één keer onder het mes en dan zou het goed moeten zijn.” De apotheose van het seizoen zal hij – wellicht slechts gedeeltelijk – aan zich voorbij moeten laten gaan. Lekker belangrijk ook. Hoewel hij het voetbalverhaal anderzijds ook niet wil doodrelativeren. “Zo kan ik de sport niet beleven,nee. We willen wel iets neerzetten, onszelf doorontwikkelen. En dat ziet er perspectiefvol uit. Nu we vier punten achter staan, lijkt de titel ver weg. Maar we hebben sowieso nog nacompetitie om voor te spelen en bovendien, wij moeten als debutant niets. Als ik zie hoe wij als enige ploeg in deze derde klasse tegenstanders vast zetten op hun eigen helft en kijk naar de individuele progressie, dan kunnen wij als staf alleen maar tevreden zijn. En de rek is er nog lang niet uit.” In meerdere opzichten…