‘Catenaccio? Kunnen we niet eens!’

‘Als beweerd wordt dat EFC dit seizoen een aantal punten gestolen heeft en dat EFC het nodige geluk heeft gehad, dan kan ik dat niet ontkennen. Maar catenaccio? Mijn spelers kunnen niet eens zo voetballen, simpelweg omdat ze daar het geduld niet voor hebben. Die willen alleen maar druk zetten en gààn. Achterin verdedigen wij vaak één-op-één.”

Aldus coach Gerben Demin aan de vooravond van de topper met Longa. Een scenario  waaraan hij in augustus in de verste verte niet durfde te denken. “In de voorbereiding maakte ik me ernstig zorgen, zoveel spelers miste ik in die fase. Tijdens een bekerduel heb ik zelf beroep moeten doen op spelers van het derde elftal. Pas vlak voor de competitiestart raakten we compleet. En nu zijn we na vijf wedstrijden medekoploper, tja. Terwijl we conditioneel en fysiek onze top nog moeten bereiken.”

Toch maken ze zich in Eersel geen illusies. “Ploegen als Brabantia en Vlissingen hebben zoveel meer individuele kwaliteit op het veld staan dan wij. Ik weet het, daar hebben wij vier punten van afgesnoept. Eens te meer een bewijs dat je met een sterk collectief en een goede sfeer ook succes kunt boeken. Maar onze doelstelling passen we niet aan, hoor. Dat is niet voorzichtig, dat is realistisch. Minimaal vijfde van onderen eindigen, dat is ons uitgangspunt. Net boven de rode streep. Dus wat dat betreft is het lekker dat EFC nu al dertien punten heeft.”

Clubcultuur

Demin erkent dat de sfeer altijd samenhangt met het resultaat. “Maar waar het bij clubs die veel spelers van buitenaf halen begint te rommelen als de punten uitblijven, zal dat bij EFC niet aan de orde zijn”, verzekert hij. “Deze Eerselse jongens gunnen elkaar iets, zijn vrienden. Om op termijn sportief door te groeien, zal de clubcultuur anders moeten worden. Te beginnen bij de jeugd, want daar wordt de voedingsbodem voor dat prestatieve klimaat gelegd. Mondjesmaat is daar een begin mee gemaakt.”

Be Sociable, Share!