‘Wist echt niet waar ik moest lopen’

foto Marcel Bonte ImageXL

De echte uitblinker was Zdenko Kapralik, de Slowaakse ijzervreter in het hart van de defensie. Met een combinatie van pijnstillers gekoppeld aan een commandomentaliteit doorstond hij de negentig minuten. Betrouwbaar en onverschrokken als altijd. Alsof hij zijn behoorlijk gekwetste enkel niet voelde. Het waren echter de jonkies van FC Oss die het meest in de picture stonden na de 3-1 winst op Telstar.

De eerste driepunter van Oss sinds 30 september met de eerste competitietreffers zonder de aanwezigheid van Marcel van der Sloot. Jordi Braam, zijn vervanger op tien, maakte de 1-0 en kon voor de rest terugkijken op een behoorlijke wedstrijd. “Niet altijd goed gespeeld, wel keihard gewerkt voor het team”, zei de 19-jarige middenvelder. Teksten die Dirk Heesen graag hoort. Zo heeft de coach ook een zwak voor Dennis Janssen, die net als Braam afgelopen zomer overkwam vanuit de jeugd van NEC. Als rechtsbenige op linksachter deed Janssen (19) ook tegen Telstar zijn ding. Aan de bal lang niet altijd goed, maar wel met volle overgave. Nooit opgeven. Als beloning voor die instelling mocht Janssen na afloop zijn eerste profcontract tekenen. Dat geldt tot het einde van dit seizoen, met een optie voor twee jaar.

De derde jongeling in het rijtje was Marc Koot (21). De Udenaar weet dat hij de laatste weken door de blessures van een paar collega-aanvallers telkens in de basis mag starten. Dat is meer dan waar hij vooraf op hoopte. “In het begin zat ik alleen maar op de tribune. Deze wedstrijd mijn beste tot nu toe? Nee, dat was tegen Dordrecht. Nu ging het inderdaad ook wel aardig. Maar alles wat daar tussen zat, vond ik zelf eerlijk gezegd niet best. Dit niveau is niet te vergelijken met UDI’19. Dit gaat zoveel sneller en feller. Gelukkig word ik constant gecoacht door de ouderen. Dat heb ik nodig, want zeker in het begin wist ik echt niet waar ik moest lopen. Heb mijn hele leven rechtsbuiten gespeeld. Ja, dat is nog steeds mijn favoriete positie.”

Tweede doelpunt

“Het klopt dat ik in deze rol als tweede spits naast Bieber veel meer ruimte heb. En inderdaad meer in scoringspositie kom.” Zelfs door een assist van de tegenstander. “Die keeper schoot hem recht in mijn voeten. Ik raakte de bal vervolgens niet lekker, maar hij zat er wel in. Mijn tweede doelpunt. Niet veel, hè? Hoewel, bij UDI scoorde ik ook bijna nooit.” De verwondering straalt bij Koot uit zijn ogen. Vanwege de entourage, de aandacht, de speelminuten die hij in zijn eerste seizoen bij een BVO al krijgt. “Als je voor het begin van een wedstrijd door die tunnel naar het veld loopt, gieren de zenuwen door mijn lijf. Maar als dat fluitje eenmaal geklonken heeft, zijn die weg.” Als Koot nu ook nog daadwerkelijk in de gaten krijgt wat voor ruimte en vrijheid hij als tweede spits krijgt, heeft Oss er op termijn weer een potentiële basisspeler bij.

foto Marcel Bonte ImageXL

Be Sociable, Share!