‘Was nu of nooit’
Komende zomer wordt hij 22. Dat gegeven was voor Alexander Mols één van de factoren om na een tijdje van wikken en wegen toch in te gaan op de lokroep van FC Den Bosch. De huidige spits van Blauw Geel’38 sluit op 29 juni aan bij de eerste training van de selectie van Ruud Kaiser. “En vanaf dan moet ik het laten zien. Heb er echt superveel zin in”, klinkt de topscorer van de Veghelaren hoorbaar opgetogen.
“Als ventje kreeg ik in vervolg op de woensdagmiddagtrainingen ooit de kans om in de jeugd van FC Den Bosch te spelen. Maar dat vonden mijn ouders gezien mijn leeftijd en alles wat erbij kwam kijken niet zo’n goed plan en terecht. ‘Als je later echt over het talent blijkt te beschikken, komen ze heus nog weleens terug’, zeiden ze. Behalve een jaartje in de A1 van Willem II is het er nooit serieus van gekomen. De BVO-gedachte bleef echter wel in mijn achterhoofd zitten. Voordat het huidige seizoen begon, had ik mezelf al ingeprent: nu moet het gebeuren, want anders is het te laat. Door een blessure en een schorsing miste ik acht wedstrijden. Dat gaat hem niet meer worden, dacht ik aanvankelijk.”
Studie
Maar Blauw Geel begon te draaien en Mols te scoren, nog meer dan voorheen. “En rond de laatste competitiewedstrijd belde FC Den Bosch ineens. Vanaf toen is het flink gaan kriebelen. Dat het uiteindelijk wat langer duurde, kwam vooral door mezelf. Ik ben nogal een denker. Wat gebeurt er met je studie, dacht ik? Een belangrijk item. Dat vinden ze bij FC Den Bosch eveneens, is gebleken. Een studiebegeleider gaat straks voor mij aan de slag om ervoor te zorgen dat ik mijn opleiding HBO Bedrijfseconomie kan voortzetten. Vermoedelijk op een lager pitje, maar dat is niet zo erg. Als ik er maar mee bezig blijf. Daar krijg ik straks ook tijd genoeg voor, met geregeld maar één training per dag.”
Mols krijg dus de kans als volwaardig lid van de eerste selectie, maar wel op amateurbasis. “Dat is nu geen thema voor mij. Ik wil gewoon vol gaan voor deze kans, vermoedelijk de laatste kans. Als ik me straks kan bewijzen, komt die rest vanzelf. Het was nu of nooit. Nee, over een bepaalde positie hebben we niet gesproken. In principe ben ik op alle aanvallende posities inzetbaar. Goh, zat ik er zolang tegenaan te hikken en nu ik de keuze gemaakt heb, voel ik me zo opgelucht. Zo blij…”