‘Fredje, trompetje’
Fred van der Hoorn heeft slechts drie clubs gekend in zijn lange carrière en kan dus een echte clubspeler genoemd worden. “De cirkel was rond, het begon en eindigde allemaal in mijn thuishaven ‘s-Hertogenbosch. Mijn jeugdopleiding kreeg ik bij een amateurclub in de stad, in 1984 debuteerde ik bij FC Den Bosch in de Eredivisie. Dat vond ik helemaal het einde. Als je uit de stad zelf komt, betekent voetballen voor de plaatselijke trots heel wat. Trainer Rinus Israël had het voor me. Hij was wel hard maar achteraf bekeken zal hij me wel gevormd hebben. Hij was zelf libero geweest en wist welke knepen hij me moest bijbrengen.” Fred speelde een honderdvijftigtal wedstrijden voor FC Den Bosch, dat toen dicht aanleunde bij de subtop in de Eredivisie. Hij kreeg onder andere nog Marco Van Basten tegenover zich, die toen voor Ajax uitkwam.
Schots avontuur
In 1989 werd van der Hoorn weggehaald door Mac Lean, de legendarische manager van het Schotse Dundee United, dat net nog de finale van de Uefa Cup had gespeeld. “Een fantastische ervaring. De concurrentie was er bikkelhard. Toen ik aankwam waren er vijfentwintig profs maar dat interesseerde mij niet. Ik wist dat ik het niet in me had om een absolute topper te worden maar in optimale omstandigheden kon ik een club, die met Europees voetbal flirtte, wel aan. Al snel werd ik ‘koopje van het jaar’ genoemd. Elke week speelden we voor een vol huis, heerlijk. In vijf seizoenen miste ik er haast geen wedstrijd. Er kwamen ook aanbiedingen van Liverpool, Queens Park Rangers en Celtic Glasgow maar ik mocht niet weg van de club. Ik was woedend maar de week daarop stond ik er weer om mijn prestatie neer te zetten. Daar word je als werknemer toch voor betaald. Je kan even balen, maar verder moet je niet zeuren. Ik kreeg wel een beter contract aangeboden.”
Naar Aalst
Na vijf seizoenen Dundee United had van der Hoorn het allemaal wel gezien daar. “De club ging akkoord dat ik om familiale omstandigheden terugkeerde, op voorwaarde dat ik op minder dan honderdzeventig kilometer van Den Bosch ging wonen, Aalst lag net op de rand. Ik moet toegeven dat ik nog nooit van de plaatselijke voetbalclub had gehoord. De installaties zagen er goed uit, de manager had een leuke babbel. Toen ik hoorde dat Jan Ceulemans trainer was, vroeg ik al niet meer verder. Als je als speler met zo iemand mag samenwerken, vind ik dat een hele eer. Eendracht had een ervaren centrale verdediger nodig die het spel kon lezen want ze zouden na de promotie gaan vechten tegen de degradatie. Het werd Europees voetbal, daar had het bestuur het goed mis zoals wel meer zaken zo bleek later.”
Fred bewaart heel wat herinneringen aan Aalst. “We hadden een hechte ploeg die vanuit hun individuele krachten kon voetballen, een hele succesvolle periode zowel voor de club als voor de spelers zelf met de Europese campagne als kers op de taart. Jammer was de onterechte nederlaag in de halve finale van de Beker van België tegen Club Brugge in 1995. Anders hadden wij die Cup gewonnen.” Ook naast het veld had hij het naar zijn zin. “Ik kon me heel makkelijk ergens aanpassen. De mentaliteit in Aalst was trouwens vergelijkbaar met die in Den Bosch. Het was goed leven in Aalst, we hadden een appartement op de Immerzeeldreef en we trokken geregeld naar zee. Het was ook maar anderhalfuur rijden naar Den Bosch.”
Leider en sfeermaker
Fred van der Hoorn was een zegen voor de jonge doelman Jan Van Steenberghe: “Hij leerde mij de kleine knepen van het vak, die je niet in de boekjes vindt. Later in mijn carrière vertelde men mij dat ik een hele sterke coaching had op het veld, allemaal geleerd van Fredje. Ook naar verzorging toe was hij een echte leermeester. Hij paste al koude baden toe voor de recuperatie van de spieren na zware inspanningen, toen er nog niemand over sprak. Ik leerde van hem ook dat er meer is dan voetbal alleen, genieten van de kleine en grote dingen met familie en vrienden.”
Ook volgens toenmalig kapitein Peter Van Wambeke paste van der Hoorn perfect bij Eendracht Aalst: “Fred was op het veld erg geconcentreerd, slim en sluw. Hij had een computergestuurde lange bal. Naast het veld was het lachen en zwanzen. Zo liep hij wel eens met een gasmasker door de kleedkamer. Op stage in Delden sliep hij tot een kwartier voor een oefenwedstrijd, vanuit zijn bed het veld op.”
Hij kreeg ook een bijnaam, “Fredje trompetje“. Toen na afloop van de wedstrijd Aalst-Antwerp de fanfare een serenade afstak voor de hoofdtribune waar de spelers aan hun cooling down oefeningen bezig waren, nam van der Hoorn het instrument en de plaats van een trompettist over en ging lustig meeblazen.
Terug naar FC Den Bosch
Fred heeft geen hoge pet op van het toenmalige Eendracht bestuur. “In november 1996 kreeg ik een mooi voorstel van mijn oude club FC Den Bosch om terug te keren aan het eind van het seizoen. Ik zei dat ik er zou over nadenken. Toen het bestuur dit te horen kreeg leek het hen verstandiger de samenwerking direct stop te zetten. Ik kreeg prompt mijn ontslag en moest halsoverkop uit Aalst vertrekken. Dit soort ‘wijze’ beslissingen heeft Aalst niet beter gemaakt. Het was jammer de club de jaren nadien verder te zien afzakken.”
Zes jaar later zou van der Hoorn op 39-jarige leeftijd een punt zetten achter zijn actieve carrière. “Tweemaal promoveerden we in die periode nog naar de Eredivisie met FC Den Bosch. Weer miste ik haast geen enkele wedstrijd. Het waren nog zeer succesvolle seizoenen.”
Van speler tot directeur
Ook na het afscheid bleef van der Hoorn werkzaam bij FC Den Bosch. Eerst als manager voetbalzaken, sinds 2011 als één van de tweekoppige directie. “Ook hier heb ik wel eens aanbiedingen gekregen maar steeds de boot afgehouden. Ik voel me in mijn sas bij Den Bosch, werken met mensen en met voetbal, wat wil een mens nog meer? Contractonderhandelingen, transfers, scouting en het medische behoren tot mijn takenpakket.”
De naam Jens Podevijn doet een belletje rinkelen. “Die jongen maakte inderdaad de winning goal in de finale van de play-offs tegen ons. Het was een rare wedstrijd in een uitverkocht stadion in Tilburg. Veel oproer tussen de supporters, wedstrijd onderbroken, een rode kaart voor ons en zij wonnen de wedstrijd. Mooi voor het rijke Willem II en minder goed voor ons! Dat is voetbal, misschien krijgen we dit seizoen weer een kans ondanks het feit dat we met een nagenoeg volledig nieuw team spelen.”
Zondag
Door zijn scoutingswerk is Fred de club niet in het bijzonder blijven volgen, maar wel spelers individueel. “Zondag combineer ik twee dingen. Ik ben Eendracht supporter maar heb ook mijn notitieboekje mee als scout. Lommel heeft alvast een paar goede spelers.”, knipoogt Fred. “Aalst moet zondag gewoon winnen in een hopelijk goed gevuld stadion. Dat verdienen de supporters namelijk. En het is ook nodig, zo hoor ik van mijn oud-collega’s. Na de wedstrijd ga ik met mijn vrouw nog iets eten in de stad. Waarschijnlijk moet ik nu wel betalen, dat was in 1995 wel anders.”, lacht de sympathieke Nederlander.
Fred sluit af met een boodschap: “Met rust, geduld, hard werken en voldoende voetbalkennis in huis kan het niet anders dan dat Aalst met zulke trouwe en goede supporters terug zal keren naar eerste klasse.”
Fred van der Hoorn brengt zondag ook een bezoek aan het clubrestaurant bij de voorbeschouwing van de wedstrijd en krijgt bij de aftrap het gezelschap van nog meer bekend volk.
Bron: Eedracht-aalst.be