‘Echt hecht’

foto Geert van Erven

Anthony Lurling is bezig aan zijn achttiende profseizoen. In al die jaren zegt hij zowat elke voorbereiding met een losgeslagen tegenstander geconfronteerd te zijn. Na een handvol Israëlische ploegen en vorig seizoen Sivasspor, vertolkte deze keer het Spaanse Levante de rol van draak. “Eerst waren die gasten geïrriteerd omdat ze niet met hun eigen merk bal mochten spelen en die lijn trokken ze daarna door. Volgens mij kunnen we voortaan beter tegen clubs uit de Jupiler League oefenen.”

Ongewild had Lurling zelf ook een rolletje in het tumult dat ontstond na de rode kaart voor Valdo, die Donny Gorter na een uur spelen torpedeerde. “Die Spanjaarden doken vol op de scheidsrechter en wij trachtten de boel te sussen. Ik stond vlakbij de afrastering, waar spelers van Levante daarna gingen bekvechten met het publiek. En opeens kreeg ik een vinger in mijn oog, waarbij mijn contactlens scheurde. Ik dacht van hun nummer 12, hoewel die beweerde dat een supporter van ons de dader was.” Kortom, de rapen waren gaar en arbiter Ketting – die voordien al vijf keer geel trok – laste een afkoelingsperiode in. Waarna besloten werd dat het verstandiger was niet verder te spelen.

Eén voordeel(tje) van dat nadeel: NAC bleef ongeslagen (0-0) in de oefencampagne. “Jawel, maar die resultaten zeggen me niet veel. Natuurlijk gaan we zaterdag in het stadion tegen Olympiakos voor een lekkere pot. Maar over anderhalve week begint het pas echt te tellen. Ik heb daar een goed gevoel over. De sfeer is prima, er wordt gelachen maar ook hard gewerkt. Ik merk vooral tijdens de trainingen wel degelijk progressie in de manier waarop we willen spelen. Vroeg druk zetten en kort op de man zitten. En aan de bal via verzorgd positiespel naar voren spelen. Tegen Levante, toch een middenmoter uit de Primera Division, kwam dat er bij vlagen uit, vond ik. Klopt, het baltempo en snelheid van handelen zal omhoog moeten. Maar daar werken we aan, dat heeft even tijd nodig.”

Persoonlijk kent Lurling een soort van kwakkelvoorbereiding. Hij kampte, net als zijn kinderen, met een ooginfectie en dat kostte hem het duel met Sparta. Bij IJsselmeervogels viel hij uit met een bovenbeenblessure en dinsdag vonden de Spanjaarden het na een uur genoeg. “Aan trainingsarbeid heb ik niet veel gemist. Ik voel me ondanks die akkevietjes fit. Opa? Ja, met mijn 34 ben ik de oudste veldspeler. Nee, ik ben geen leiderstype, maar op mijn manier tracht ik jonkies als Schalk en Bayram wel degelijk te ondersteunen. Zoals het hele groepsgebeuren trouwens dik in orde is. Wij vormen echt een hecht team, in tegenstelling tot de periode na de afgelopen winterstop. Ik herinner me Roda uit, toen verzaakten we zelfs. Maar dat zie ik nu niet gebeuren. Ook niet als in het begin van de competitie de resultaten onverhoopt zouden uitblijven. Zeker weten.”

Be Sociable, Share!