Alles geven

foto Marcel Bonte ImageXL

Weer was daar een nul voor FC Oss. Maar deze keer een ‘goeie’. Te begrijpen dus al die opstaande mondhoeken na de 1-0 zege op Telstar. De eerste sinds 31 augustus (2-3, Almere City) en bovendien met een clean sheet. En dat was inmiddels dik een halfjaar geleden. Een dubbel mooie avond zodoende voor verdediger Lorenzo Piqué, het brok graniet in het centrum van de defensie.

De Rotterdammer (22) belandde pas in september bij de Osse club, die behoefte had aan defensieve aanvulling na het langdurig wegvallen van Bart van Muijen (kruisband) en het opstappen van de Deen Anders Nielsen.  Pique mikte na zijn aflopende verbintenis bij Volendam in eerste instantie vergeefs op een andere club in het betaalde voetbal en sloot zich aan bij zaterdaghoofdklasser ASWH. Voetballen zat er daar tot de winterstop echter niet in vanwege de te late overschrijving. En toen was daar het telefoontje van neef Mitchell Piqué, de back van Willem II.

“Die kent algemeen directeur Mischa Rook en toen is het balletje gaan rollen. Ik ben blij met deze kans bij Oss. Ik moet en zal me bewijzen in het betaalde voetbal. Daar geef ik alles voor. En het kan snel gaan in het voetbal, he”, verwijst hij onder meer naar zijn eigen verhaal. Na de jeugd van Feyenoord stapte Piqué over naar ADO Den Haag, waar hij zich als rechtsback  aanvankelijk rap in de basis speelde. Mede door de komst van een andere trainer verdween Piqué nadien op een zijspoor en vond emplooi in Volendam. Een avontuur dat uiteindelijk eveneens strandde.

Omweg

In schril contrast met voormalige teamgenoten bij Feyenoord als Leerdam en Nelom. “Met JP van Gastel als trainer in de A1. Hij zette me in het centrum van de verdediging. Niet goed genoeg? Je moet af en toe ook een beetje geluk hebben. Maar via een omweg kun je ook je doel bereiken”, verzekert Piqué, die zich tegen Telstar ontpopte als uitblinker. “Ik weet wat ik kan en niet kan. En aan mijn mindere punten werk ik gericht”, doelt hij vooral op het spel aan de bal. Dat tegen de ploeg uit Velsen voldoende was. Die rush in de eerste helft waarin hij op snelheid van achteruit opstoomde richting zestien oogde imposant. Maar waar het om ging waren de simpele inspeelpassjes en de overtuiging aan de bal. “Die rush was incidenteel. Soms verzeil je in een situatie waarin je niet meer terug kunt. Mijn primaire taak is en blijft verdedigen. Daar ben ik het best in. En in balbezit vervolgens proberen rust en overzicht te houden. Inderdaad, in de duels zal ik mijn poot nooit terugtrekken. Als ik ga, ga ik ook vol. Voor alles.”

foto Marcel Bonte ImageXL

Be Sociable, Share!