Aardige speler, die Lambooij

foto Geert van Erven

‘Breda, Breda, Tilburg komt eraan, Tilburg komt eraan!’ Was het misschien ’t geel en zwart van Veendam dat associaties opriep met de aartsvijand? Was het een uitroep met een hoog wens-is-de-vader-van-de-gedachte-gehalte? Was het een signaal in westelijke richting dat Tilburg denkt dat Breda volgend seizoen ook vaak op vrijdagavond gaat spelen? Of was het balorigheid, gewoon om die vervelende tweede helft door te komen?

Willem II tegen Veendam (3-1) was een wedstrijd die eigenlijk nooit een wedstrijd was. Een soepel lopende machine mogen de Tilburgers dan nog steeds niet zijn, maar een potje in eigen stadion tegen een uitgeholde laagvlieger kan met een beetje goede wil haast niet anders dan drie punten opleveren. Zeker als dat een uur lang met een man meer mag plaatsvinden. En ondanks een slakkentempo in balbezit na rust.

“Tijdens de rust spraken we af dat we ons in geen geval zouden laten afslachten. Tenminste daarin zijn we geslaagd”, sprak Lars Lambooij, als Tilburger alweer voor het derde seizoen speler van Veendam. Eén van de betere, zo niet de beste. Sterk aan de bal en ook onder druk met oog voor de situatie. “Ik heb dit seizoen al wel tegen betere ploegen gespeeld, maar ook tegen dit Willem II zijn wij eigenlijk kansloos. Niet als laatste eindigen is ons streven. Daaraan is niets veranderd sinds bekend is dat er geen ploeg degradeert. Die mededeling was een ruggensteuntje, meer niet. Jawel, op zich heb ik het naar mijn zin in Veendam. Onderling is de sfeer prima. Woon daar in een huurhuisje met mijn vriendin en studeer deeltijd psychologie aan de Open Universiteit Groningen. Je hoort mij niet klagen.”

Top reserve-eredivisie

Toch kan dat plaatje op korte termijn veranderen. Zijn contract loopt immers af. “Ik weet niet of de club de optie daarin gaat lichten. Ik heb het gevoel dat ik meekan in de top van de Jupiler League. Een eventueel avontuur in een ver buitenland zie ik ook zitten. Naar de amateurs kan ook, de verdiensten zijn daar echt niet zoveel minder dan in de huidige Jupiler League. Maar door zo’n stap gooi je het boek profvoetbal dicht en dat is niet wat ik wil. Nog niet. Al blijf ik zeker niet tot mijn 34e in de Jupiler League rondlopen”, aldus Lambooij. Ooit ploeggenoot van spelers als Bart Biemans, Melvin de Leeuw, Ronnie Reniers, Niels Vorthoren en Bruno Appels. “Wij eindigden toen met Jong Willem II in de top van de reserve-eredivisie. Ja, een aantal is aardig terecht gekomen. En ik? Ben nog maar 23, het zit er misschien nog in.”

foto Geert van Erven

Be Sociable, Share!