Nu even niet speciaal
Als rasechte Tilburger was John Lammers in zijn jeugdjaren aan de hand van zijn broer met regelmaat aan de Beatrixstraat te vinden. Zoals bij vele andere plaatsgenoten van de toonaangevende amateurclubs in die tijd wel het geval was, had Lammers niets tegen Willem II. Maar NAC trok hem ook. Dat hij bij die club later zijn beste jaren als speler kende, wist Lammers toen nog niet. Zondag is hij terug in Breda. Als coach van de tegenstander.
“Speciaal? Ja en nee. Ik heb een lang verleden bij NAC en denk daar met heel veel plezier aan terug. Prachtige tijden met eerst Ton Cornelissen als maatje in de spits, daarna Pierre van Hooijdonk en op het laatst Graham Arnold.” In 165 duels maakte Lammers 92 doelpunten voor NAC, omgerekend globaal per twee wedstrijden één goal. Een moyenne dat de spits elders niet haalde. “Toch heb ik het overal wel naar mijn zin gehad, ik pas me over het algemeen makkelijk aan. Ook bij Willem II, ja. Daar ben ik toch begonnen als prof én als trainer.”
Anticiperen
Dat speciale Breda-gevoel schakelt Lammers zondag uit. “Dan is het gewoon één van de 34 wedstrijden, waarin punten gehaald moeten worden. Natuurlijk kan dat ook in Breda tegen NAC. We hebben ze een paar keer bekeken, weten hoe ze spelen en zullen daarop anticiperen. In elke wedstrijd liggen sowieso mogelijkheden. Bovendien, als je daar niet in gelooft, kun je net zo goed thuis blijven. Precies, zie laatst uit bij Twente”, refereert Lammers aan de 2-2, waarbij de gelijkmaker van Luuk de Jong pas in de ultieme slotfase tot stand kwam.
Voor velen is Excelsior degradatiekandidaat nummer één. Lammers begrijpt hoe die redenatie tot stand komt. “Wij hebben het kleinste budget, dus niet de beste spelers. Maar dat betekent niet dat je bij voorbaat aan een kansloze missie bezig bent. Met een goede organisatie, heldere afspraken en een sterke teamgeest kun je ook resultaten boeken. Op die punten leggen wij bij Excelsior de accenten. En beetje bij beetje boeken wij ook voetballend progressie”, zegt de man die dit seizoen debuteert als hoofdcoach in het betaalde voetbal.
Avondje NAC
“Dat het dit zou worden, heb ik vooraf niet zo uitgestippeld. Wel was voor mij duidelijk dat ik iets in de voetballerij zou gaan doen na mijn spelerscarrière. Ben begonnen met een voetbalschool en ben ook nog zaakwaarnemer geweest. Dat was niet mijn ding. Het voetbal en de spelers staan voor mij centraal, maar in die wereld telt vooral het geld. Nu heb ik mijn bestemming gevonden. Een job die je dag en nacht bezig houdt. Hoe kan het anders en vooral, hoe kan het beter. Een voordeeltje dat wij niet op zaterdagavond tegen NAC spelen? Vanwege dat avondje NAC? Is inderdaad een aparte belevenis, maar daar geloof ik niet in. En volgens mij is het met dit weer rond vijf uur al bijna donker, joh.”