Meneertje Kruijswijk uit Nuenen
Met een soepel omwentelingsritme beweegt de man met die prachtige natuurlijke stijl door het even prachtige decor van de Colle delle Finestre. Eventjes valt hij aan, maar dan begrijpt hij eigenlijk meteen wat de Finestre inhoudt. De Finestre is zwijgen en vooral zwoegen. De flinterdunne en piepkleine Venezolaan Rujano dartelt van hem en de rest weg. Het deert hem niet. Hij is op zoek naar een top tien-klassering in het klassement en blijft er heel rustig onder. Aan het einde van één van de moeilijkste klimmen in Europa zit hij daar nog steeds. In zijn oranje tenue. Tussen de tenoren. De namen van Michele Scarponi, Alberto Contador en Joaquim Rodriguez krijgt hij in zijn oren geschreeuwd van de massa publiek. De tifosi schrikken. Meneertje Kruijswijk, de fietsende trots van Nuenen, rijdt bij Contador, waar de grote rivaal van Contador en de Italiaanse hoop in bange fietsdagen met de naam Vincenzo Nibali er bijna een halve minuut achter hangt. Kruijswijk is een nieuwe naam in het wielrennen, een naam om te onthouden.
Druistig is de man uit Nuenen, die op het moment dat ik dit woordenweb op de computer doe verschijnen zijn 24e verjaardag mag vieren. En ook attractief, niet omkijkend. Het is een leuke coureur voor de gemiddelde wielerliefhebber, voor de Nederlanders en Brabanders een topper in spe. De Rabobank-renner is de derde naam bij diezelfde ploeg in het rijtje der ronderenners. Eerst kwam de jeugdige Robert Gesink, daarna sloot op een net zo jonge leeftijd Bauke Mollema aan en nu komt dus Steven Kruijswijk, ook rond de 23 jaar. Vorig jaar stond Oscar Freire gepland voor de Ronde van Italië, maar die moest op het laatste moment verstek laten gaan. Halsoverkop werd Kruijswijk opgeroepen om in zijn eerste jaar bij de profs gelijk maar te debuteren in de eerste grote ronde van het jaar. Achttiende was het eindresultaat. Achttiende, na veel lange ontsnappingen maar vooral een half uur tijdsverlies in de eerste hectische etappes in Zeeland. Dat er potentie was voor een nieuwe Nederlandse groteronderenner hadden de kenners intussen wel in de gaten. Steven verslechterde immers niet gedurende drie weken. Sterker nog: hij werd enkel beter.
Zo ook in de Ronde van Italië die net de revue gepasseerd is. Met een zeer brede, zwarte rand werd de Giro omkaderd vanwege twee dodelijke ongevallen in de wielersport: in de derde etappe richting Rapallo komt Wouter Weylandt ten val in de afdaling van de Passo del Bocco, met alle gevolgen van dien. Later in de Giro overleed Xavier Tondo na een vreemd ongeval in zijn eigen garage. Volledig buiten de ronde om, maar toch raakte het ongeval natuurlijk het gehele peloton. Maar de Nederlanders, met daarbij in het bijzonder de Brabanders, mogen ook een gouden randje om deze Giro plakken. Steven Kruijswijk begint de drieweekse ronde goed, maar kent dan een slecht moment op de Etna waarbij hij wat minuten aangesmeerd krijgt. Ook de Zoncolan verteert hij niet super, maar dan komen zijn gloriedagen. Op de Passo Fedaia, Passo Macugnaga en de Colle delle Finestre laat de man uit Nuenen zien uit welk hout hij gesneden is. Uit het juiste ….
Tekst: Matthijs Klerkx