Hi ha hondenlul

Roelof Luinge is een ijdeltuit. Heerlijk vond hij het om de warming up te doen langs de lijn voor de tribune met de harde kern van ADO Den Haag. Hij genoot van de aandacht als het publiek zijn naam scandeerde. Wellicht om Luinge gunstig te stemmen, hoewel eigenlijk tegen beter weten in. Want Roelof was consequent. Altijd. Fluiten in de geest van de wedstrijd? Ammehoela! Soms irritant, maar je wist waar je aan toe was en met lak aan reputaties.

In een weekend waarin PSV Feyenoord afslachtte, lag het middelpunt van de media-aandacht natuurlijk op het aangeschoten wild uit Rotterdam-Zuid. Zelfs het Journaal opende ermee, inclusief verslaggever bij De Kuip. Sensatie scoort, inmiddels ook bij de publieke zender. Maar even to the point. Het aantal miskleunen van de vaderlandse arbitrage verdween door de 10-0 van 010 naar de achtergrond. Dat was jammer en uit journalistiek oogpunt kwalijk, want er waren nogal wat beslissingen met nare consequenties voor de gedupeerden.  

Verbeter de wereld en begin bij jezelf. Helemaal waar, maar er zijn grenzen. Dat Feyenoord met een man minder vrolijk vooruit bleef stappen en daardoor de poort voor PSV open zette, tja, dat is vragen om problemen. Dat viel de scheids, Nijhuis in dit geval, natuurlijk niet kwalijk te nemen. Wèl dat hij Feyenoorder Leerdam nog in de eerste helft na een klein overtredinkje een tweede gele kaart voorhield, uiteraard met die irritante, priemende wijsvinger als ultieme bekroning voor de in zijn ogen enige en juiste beslissing.

De vinger van Nijhuis stond in ieder geval niet symbool voor Fingerspitzengefühl. Wederom. Bij pak ‘em beet RKC staat het schuim nog op de mond als de naam Nijhuis valt. Wat is dat toch met scheidsrechters? Wat bezielt hen sowieso om te willen fluiten? Is het puur ijdelheid en machtswellust dat hen drijft? Of is dit te simpel? Of zelfs dom, want zonder scheidsrechters wordt er immers niet gevoetbald. Een scheidsrechter moet fouten mogen maken. Punt. Maar ook hieraan zitten grenzen.

Dat Jonathas zichzelf haakte en Wiedemeijer AZ ten koste van Willem II een strafschop cadeau deed, viel nog onder de noemer ‘kan gebeuren’. In de herhaling zagen we de fopduik allemaal, maar die luxe had Wiedemeijer niet. Bovendien niet van invloed op het resultaat, want de weerstand van Willem II was bedroevend. Dat Van Boekel FC Twente tegen ADO Den Haag een penalty aanreikte, was van een ander kaliber. Gewoonweg belachelijk. En wel degelijk bepalend voor het verloop van de wedstrijd, net zoals die makkelijk gegeven vrije schop op de rand van de zestien waaruit Janssen 1-0 scoorde. De woede van de Haagse coach Van den Brom was begrijpelijk.

Jan Wegereef spande de kroon. Het gaat bij hem met name om die lichaamstaal. De houding van de man die alles onder controle heeft en daar eerst en vooral zelf voor duizend procent van overtuigd is. De heer Wegereef – in het verleden na dwalingen al eens tijdelijk van clubs afgehaald om problemen te voorkomen – zou die Amsterdamse braniemakers weleens even laten voelen wie de echte baas was bij Excelsior-Ajax. Anders was zijn arbitrage niet te verklaren. Rood voor een tackle op de bal en tweemaal een gestrekte voet op een Amsterdams been wegwuiven (dus wel degelijk geconstateerd) is onaanvaardbaar. Plus meer van dat. Hoe slecht Ajax ook voetbalde, met een capabele scheidsrechter hadden de Amsterdammers hoe dan ook één excuus minder gehad. Dus ja, Wegereef was consequent. In niet onbevooroordeeld fluiten. Dat is pas echt irritant.

Be Sociable, Share!