De foto en zijn verhaal (2)

foto Geert van Erven

Het was ergens in juni 2010. De trots van Tilburg had zich net met hangen en wurgen veilig gespeeld en de lavastroom aan financiële onheilstijdingen kende een haast verstikkende werking. De stemming zat er niet echt in, zeg maar. Ondanks die handhaving. In de ontvangsthal van het Willem II-stadion zat ik te wachten op een interviewafspraak. Onderwijl, kijkend naar foto’s van de trainers die de afgelopen decennia de revue passeerden, dwaalden de gedachten af. Wie zou de opvolger van interim Theo de Jong worden? Wie zou de moed hebben om op dit moment in te stappen? Het geld was immers nagenoeg op. Afdankertjes opvissen en creatief handelen waren omschrijvingen die vanuit de leiding op de meute neerdaalden. Maar die zouden ongetwijfeld de opmaat gaan vormen voor een (wederom) uiterst moeizaam seizoen. Want de juiste spelers aantrekken, daarin had Willem II de laatste jaren nou niet bepaald uitgeblonken. Ook niet toen geld ‘geen issue’ was. Overleven heette het definitieve sleutelwoord. Op water en brood.

En toen kwam daar op die grauwe middag een man van de trap af. Met een tred die energiek te noemen was. ‘Ik zie hem nog zo naar beneden komen’, zou Toon Hermans gezegd hebben. Aktemapje onder de arm. Volgens mij droeg hij een blauwe pullover en een spijkerbroek. Hij keek mij aan en ik hem. Een kort knikje zijnerzijds. Verrek, die ken ik. Dat is toch die man van Heracles? Inderdaad, een dag later stond het nieuws overal te lezen. Gert Heerkes wordt de nieuwe trainer van Willem II. Voor een periode van twee jaar met een optie voor een derde seizoen. ‘Willem II verkeert in de situatie waarin herbouwd moet worden, zowel sportief als financieel. Willem II wil een technisch vaardige ploeg, waarin ook strijdlust en discipline heerst. Gert Heerkes, voorheen sportinstructeur in het leger, past in dat profiel’, meldde de club tijdens de presentatie van de coach uit Hardenberg.

Nu, acht maanden later, staat Heerkes met zijn ploeg op de laatste plaats geparkeerd. Nog steeds. Ondanks enkele hoopgevende signalen in de voorbereiding werd vanaf competitiedag één duidelijk dat de missie – handhaving – een zeer moeizame zou worden. Op sommige momenten was het predicaat mission impossible beter van toepassing. Van dat technisch vaardige kwam in de praktijk sowieso vrijwel niets terecht. Puur door een tekort aan kwaliteit. En de compensatie daarvan in de vorm van een ijzeren wil om te overleven, tja. Niet altijd, zullen we maar zeggen. Excelsior uit was wat dat betreft niet exemplarisch, maar wel onvoorstelbaar. Zelfs Heerkes floepte er naar aanleiding van de schande van Woudestein zowaar een krachtig statement uit: ‘zo gaan wij het niet redden’.

Een beschaafde man, die Heerkes. Nooit een onvertogen woord, altijd hulpvaardig. Deed het – met Hendrie Krüzen – prima bij Heracles en bij tal van amateurclubs in het oosten van het land. Maar maakt hij spelers beter, daar waar het uiteindelijk toch om gaat? De kritiek vanuit het Tilburgse supporterslegioen op het functioneren van de ploeg slaat zelden op hem. Waarschijnlijk vanwege zijn imago en misschien ook wel gestoeld op realisme. Of berusting. Echter, afgezet tegen de prestaties van pak hem beet Pastoor (Excelsior) en Kalezic (Graafschap), komt de beste man er hoe dan ook prestatief magertjes uit. Anderzijds, misschien is dit het gewoon, valt er gewoonweg niet meer uit te halen. Dat kan ook. Vandaar wellicht die vingers en dat oog. ‘Zien jullie het ook?’ Een onbedoelde hint.

Be Sociable, Share!